Posts

Posts uit 2009 tonen

Mijn ontmoeting met Rimbaud

Afbeelding
Meteen al vanaf het einde van de zomer begonnen de seizoenen zich aaneen te rijgen, neer te gaan, neer te gaan, neer te lopen. Dat was voor ik me gaf aan de stad, aan de vooravond van een diepere overgave. Ik zag de stad slechts in nevels, hoe vaak verloor ik niet mijn bril. Ik moest de kunst leren te sluipen doorheen de demonen zonder ooit Rimbaud te ontmoeten. Het zinnebeeld telde niet langer. Meermaals viel ik net niet in het onontcijferbare. We eindigden steeds in het zelfde restaurant met dezelfde stratemen sloten we ons op in theorema’s. Ze vulgariseerden maar gaven niets prijs van de trieste tropenpraktijken van zowat elke dag. Ik hield me schuil in gespannen stilte en telde de tijden almaar korter waarop Rimbaud zou komen en eindelijk gaan zitten. En ik stapte. Het koren werd voortdurend geoogst, kort afgesneden, zelden gezaaid. Er kwam geen humanitaire noodhulp aan te pas om voldoende te eten, maar zonder dat we zelden aan meer voldeden dan aan treintje werken slapen. Vogels z

Nolens volens

voor Juliette Binoche 1. Hoe je, wijl je het uitspreekt, onmogelijk inspreekt dan in stilte. Zo zou je, wil je wel, wens je best en kom je er niet toe. Tot je eindelijk zwijgt, roes je verzwelgt en alle weten wijkt.

Eenvoudig berglied

Slingerend ligt het pad tegen zijn berg aan. Lichtjes trillen de enkele bomen, de vele struiken. Het kruid is wat we plukken en 's avonds sterren aan de hemel. Dit alles genomen, dalen we terug af en zuchten de enkele bomen de vele struiken

L’inceste des palmiers

L’inceste des palmiers s’est ancré, nous sommes loin du paradis, n’est-ce pas, dans leurs racines. Quelle datte! Quelle ombre ne nous reste-t-il ? Car la pluie tombera, nourrissant la tendance des palmiers. Ils n’ont plus besoin d’abeilles. Quel miel! Ils signent entre terre et ciel une œuvre d’art créant leur propre musée.

Het kleine veldlied

Wie heeft ooit gezegd - en gezwegen - dat je met je rug nooit tegen een muur mag gaan staan en eerst naar links moet uitkijken vóór je de straat oversteekt? Vandaar naar het noorden is geen stap, zomaar gezet. Voor waar en vol aanzien toch nog leeg lopen. De weg ernaar is smal en steil en vinden zal ik het. Wie heeft ooit geschreven dat wie het noorden verliest, zichzelf

in het begin

Verenigd zonder oog op iets anders dan een uitweg 12 krijgers in een loden balspel verwikkeld elk lijkt zich zeer traag af te wikkelen het complot verschijnt steeds nader maar de afstand is te groot om nog een laatste hand te slaan aan wie van de 12? of aan jezelf dan maar ? 12 loden ballen roodgeverfd in een definitief brandmerk (uit: Wie herinnert zich nog het dorp? De autowegen)