Posts

Posts uit mei, 2010 tonen

In dans

1. Wat een leven, wat een strand. Ik zwem en wanneer ik uit het water stap, val ik net niet over je maar voor je. Wat een kei. Kleintje mooi je hebt me haast liggen gehad. Ik sta stil, je verstilt me en ik zie je wel. Heel wat later raap ik je op en doe je dansen – je gilt – op de golven. 2. Wat een leven, wat een strand. Ik zwem en wanneer ik uit het water stap, val ik net niet over je maar voor je. Wat een kei. Kleintje mooi je hebt me haast liggen gehad. Ik sta stil, je verstilt me en ik zie je wel. Heel wat later raap ik je op en doe je dansen – je gilt – op de golven. 3. Ik ben een appel in het diepst van de boomgaard, bij de tijd van de boomtak. Mijn boom. Ik mag dan nog een groentje, ik ben geen kweepeer. Straks bloos ik nog. Dankzij mijn boom, zolang ik bij zijn tijd blijf. 4. Een deur van een hotelkamer ben ik van jou, morgen van een ander. Ik hou je ver weg, niets nog komt nader. Ik draag mijn nummer, nu eens 512, dan weer 307. Je hoeft geen schapen te tellen, de wolf heeft z